De gemeente had de schietrichtingen duidelijk aangegeven en ook samen met de spelregels op de website geplaatst. Hier werd (creatief) gehoor aangegeven.
Gemeente Dronten hanteert de volgende regels:
Buiten bebouwde kom
Buiten de bebouwde kom mag met carbid worden geschoten op alle gebieden die privé eigendom zijn én waar de eigenaar expliciet toestemming heeft gegeven om met carbid te schieten. Omliggende bebouwing en openbare wegen moeten dan wel op tenminste 50 meter afstand liggen van het schietpunt.
Bijzondere voorwaarden voor carbidschieten
De maximaal toegestane inhoud van de melkbussen of andere voorwerpen, waarmee het carbidschieten wordt uitgevoerd, is 50 liter. Tijdens het carbid schieten, mag de melkbus, of het andere voorwerp, alleen worden afgesloten door middel van een bal of een andere zachte afsluiting, bijvoorbeeld een prop lappen.
Wie is de BOCK?
BOCK staat voor de Bewust Oplettende Carbid-Knaller. Carbidschieten is een prachtige traditie die naast het vertrouwde geknal zorgt voor veel gezelligheid en plezier tijdens de jaarwisseling. Maar wil je het gezellig houden? Schiet dan vooral veilig! Het aantal carbidknallers neemt nog altijd toe, maar we streven er naar het aantal (ernstige) ongevallen zo laag mogelijk houden. Deze ontstaan vaak door onwetendheid en/of het nemen van onnodige risico’s.
Vuurtonnen
Vuurtonnen mogen niet op het asfalt geplaatst worden in verband met schade aan het wegdek. Plaats een vuurton daarom op gras of stenen.
Carbidschieten: een korte geschiedenis (met dank aan www.historiek.net)
Rond Oud en Nieuw wordt er op veel plekken in Nederland – naast het afsteken van vuurwerk en het ‘slepen’ (het meenemen van alles wat los en vast zit) – met carbid geschoten. Vaak gebeurt dit met een stalen melkbus, maar er worden ook regelmaig giertanks of cementmolens ingezet voor deze klus. Waar komt de traditie van carbidschieten vandaan? En hoe oud is het carbidschieten eigenlijk?
Bij het carbidschieten wordt vaak een melkbus gebruikt
Carbidschieten gebeurt met name veel in provincies als Drenthe, Groningen, Friesland, Overijssel en Gelderland. Maar ook in België – waar het gebruik carbuurschieten heet – en in het zuiden van Nederland is carbidschieten een gebruik. Alternatieve benamingen voor carbidschieten zijn melkbusschieten, losschieten of pulleschieten.
Carbid, ook wel calciumcarbide genoemd, is een chemische verbinding van calcium en koolstof. Bij het schieten worden er vrij grote stukken carbid in een melkbus of blikje gedaan. Er wordt water of spuug over carbid gedaan, waardoor een gas, ethyn genoemd, vrijkomt. Als er bij de juiste hoeveelheid gas een vuurtje bij de opening in de melkbus of het blikje wordt gebracht, knalt het deksel een eind weg. De knallen die hierbij zijn te horen, zijn gigantisch en kunnen oplopen tot wel 110 decibel.
Oorsprong van het carbidschieten
Het is mogelijk dat de traditie van carbidschieten – net als bijvoorbeeld de kerstboom – terug te voeren is op de Germaanse Tijd. Tijdens hun joelfeesten (midwinterfeesten) ontstaken de Germaanse grote vuren. Natuurlijk bestond carbid toen nog niet, maar het idee is hetzelfde: zorgen voor vuur en knallen om boze geesten te verjagen.
In onder meer Drenthe en rond de Overijsselse plaatsen Zwolle en Kampen (Brunnepe) wordt al vanaf het begin van de twintigste eeuw met carbid geschoten. Carbid schieten was toen populair onder jongemannen, als een soort vorm van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. De jeugd daagde er de veldwachter mee uit. Gelegenheden waarbij er geschoten werd, waren het einde van het jaar, maar ook bij huwelijken en andere feesten.
Vanaf het einde van de negentiende eeuw, in Nederland vanaf ongeveer 1895, werd carbid gebruikt als fietsverlichting of als lamp voor in auto’s: de carbidlamp of acetyleenlamp. Deze lamp werd in 1892 uitgevonden door de Amerikaan Thomas Leopold Willson.
Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte men carbid in de verlichting van fietsen. Ook tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 was de carbidlamp in gebruik om binnenshuis te kunnen verlichten.
In de decennia na de Tweede Wereldoorlog kwam de elektrische verlichting op en kwam er een einde aan de carbidlamp. Ook gebruikten smeden carbid bij het lassen, tot het moment dat er flessen met acetyleengas beschikbaar kwamen. Verder gebruikt(e) men carbid om mollengangen mee uit te roken. Door de vorming van het ethyngas slaan de mollen op de vlucht.