Hoe Dronten de strijd aangaat met een hardnekkige plantensoort

Aanpak door de gemeente

De gemeente Dronten beheerst en bestrijdt de reuzenberenklauw op haar grondgebied met verschillende methoden. Zo wordt de plant in het groeiseizoen twee tot drie keer gemaaid, om te voorkomen dat deze tot bloei komt en zich verder kan verspreiden via zaad. Op kleinere locaties wordt de berenklauw met wortel en al uitgegraven of uitgeboord. Dit voorkomt dat de plant zich vermeerdert en zorgt ervoor dat deze definitief verdwijnt.Daarnaast worden sommige groeiplaatsen gefreesd en opnieuw ingezaaid met gras. Door het gras krijgt de berenklauw minder kans om terug te komen.

Vrijwilligerswerk in het Wisentbos

Ook vrijwilligers zetten zich al jarenlang in om de berenklauw terug te dringen. In het Wisentbos is een vaste groep actief via de Stichting Participatie Wisentbos. Secretaris Marlies Zwanenburg vertelt dat er ook proeven zijn gedaan met begrazing: “Samen met de Warmonderhof en Staatsbosbeheer hebben we een project uitgevoerd waarbij schapen werden ingezet om de berenklauw langs de Lage Vaart te bestrijden. Het effect was zichtbaar, maar er zou intensiever en op grotere schaal begraasd moeten worden.”

Aeres Hogeschool

A Rocha Dronten (een lokale groep van de christelijke natuurbeweging  A Rocha Nederland) is eveneens betrokken bij de bestrijding. Ron Methorst legt uit dat zij voortbouwen op het werk van de vrijwilligers: “Sinds 2020 zijn we de planten gaan uitgraven en dat gaat heel goed. Het vraagt goed gereedschap en vooral veel doorzettingsvermogen, maar het resultaat is duidelijk zichtbaar: veel plekken waar de berenklauw nauwelijks meer terugkomt. Het Wisentbos hebben we nu goed onder controle en inmiddels zijn we bezig in het Lage Vaartbos.”

Belang van volhouden

Bij alle betrokken partijen klinkt dezelfde boodschap: het bestrijden van de reuzenberenklauw is effectief, maar vraagt om een lange adem. Regelmatig maaien, uitgraven en nieuwe methoden zoals begrazing kunnen succes opleveren, maar alleen met voortdurende inzet en samenwerking tussen gemeente, vrijwilligers en organisaties kan de plant blijvend onder controle worden gehouden.