Lokaal

Berging van vliegtuigwrak besproken

Donderdagochtend 19 september heeft burgemeester Jean Paul Gebben samen met Michel de Reus (die het dossier in zijn portefeuille heeft) uitleg gegeven over het vliegtuigwrak dat in het Van Veldhuizenbos ligt en het voornemen om het te bergen.

Er is in het verleden, in 1959, in de directe omgeving al een geschutskoepel gevonden. Op deze plek staat nu een herdenkingspaal (Paal 1). Er zijn indertijd ook stoffelijke resten gevonden welke als "Unknown Airman" zijn begraven op de militaire begraafplaats Jonkersbos in Nijmegen.
Een gerede kans is aanwezig dat deze geschutskoepel en het wrak bij elkaar horen, alhoewel dat nu nog niet met zekerheid is te zeggen.

Burgemeester Gebben benadrukt met emotie in zijn stem dat de belangrijkste reden van de berging is, dat er mogelijk stoffelijke resten aanwezig zijn. Het is van groot belang dat nabestaanden op de hoogte kunnen worden gebracht nadat een eventuele identificatie heeft kunnen plaatsvinden.

Wat er verder bij de berging zichtbaar wordt is nog onbekend. Zo is het nog onduidelijk of het toestel op missie was of al weer huiswaarts keerde. Er zullen mogelijk ook munitie- en wapenresten gevonden kunnen worden. In het verleden is door onderzoek van de speciale dienst van de Landmacht veel klein materiaal (van allerlei aard) gevonden. Maar ook is de plaats bezocht door mensen met een metaaldetector. Zij hebben ingezien dat het voor het onderzoek van belang is en alle gevonden voorwerpen zijn ingeleverd. De plaats is nu door hekken afgezet en het is geenszins de bedoeling dat men zich op het bergingsterrein begeeft.

Het bergen is een zorgvuldige en tijdrovende actie, er worden per jaar ongeveer 3 tot 5 bergingen uitgevoerd.
Gedurende het proces zal er een speciale pagina op de gemeente-site worden ingericht. Ook zullen onder andere de omgeving en scholen worden betrokken bij de informatievoorziening.

Foto ter illustratie

De berging zal ook geld kosten, er is een budget beschikbaar van 800.000 euro. Het grootste deel hiervan (750.000 euro) zal betaald worden door het Rijk vanuit het Nationaal Programma Berging Vliegtuigwrakken. De bijkomende kosten, begroot op 50.000 euro, zullen uit eigen middelen van de gemeente komen.